top of page

De Lift (1993)

Het was oudejaarsavond. De hele maassluisboys kliek was inclusief aanhang bij Martin thuis om oudjaar te gaan vieren. Martin onze eeuwige vrijgezel ontving, om zijn gastvrijheid te belonen, die avond van ons een opblaaspop. Een brunette, deze had hij nog niet in zijn collectie wisten wij. Martin was er heel blij mee en dat liet hij die avond blijken ook. De pop week die avond niet van zijn zijde.

En zo vorderde de avond gestaag en onder het genot van drankjes en hapjes richting klokslag 12. De champagne werd alvast ingeschonken en we begonnen met af te tellen, 10,9,8,7,6,5,4,3,2,1. Er werd gejuicht, er werd geproost en de gebruikelijke 'gelukkig nieuwjaar!' felicitaties werden uitgewisseld.

​De eerste knallen van het vuurwerk klonken al buiten. Uiteraard hadden ook wij een vuurwerk-pakketje voorbereid. Het was echter maar een heel klein en amateuristisch pakketje van zeer bedenkelijk niveau. Maar het ging uiteindelijk maar om het idee hielden wij ons zelf voor. En we konden natuurlijk ook gewoon meegenieten van al het andere en mooie vuurwerk om ons heen, zeiden wij tegen ons zelf, om maar alvast de teleurstelling straks van ons eigen pakketje enigszins bemoedigend goed te praten.

We trokken onze jassen aan en begaven ons naar de hal en de lift. Martin woonde op de 4e etage. Martin riep dat hij niet zonder z'n nieuwe vriendin naar buiten wilde en nam zijn kersverse opblaaspop in de hand mee. Er werd hier hard om gelachen. We konden ook niet wachten om de gezichten van de andere bewoners te zien als ze Martin met zijn opblaaspop buiten zagen. Diegenen van ons, die besloten hadden om niet mee te gaan en boven bleven, namen alvast positie in bij de ramen om naar ons en dat oogverblindende vuurwerkpakket te gaan kijken. En natuurlijk naar Martin met zijn opblaaspop aan zijn zijde.

We stonden voor de lift. De lift ging open. De ruimte van de lift was ongeveer 1 bij 2 meter groot. We keken of we er wel in zouden passen. We waren met 6 mannen, 1 vrouw en.........de opblaaspop. De lift kon 700kg dragen stond er. Nou dat gewicht wogen wij (toen) nog bij lange niet. Dus dat leek ons geen probleem. Er werd nog even kortgesloten of we de opblaaspop wel in het totaalgewicht hadden meegewogen? Weer gelach alom.

Het was, wat de ruimte in de lift betrof, wel even een plekje zoeken met zijn zevenen. En het was even oppassen dat niet een of ander uitstekend deel van de opblaaspop tussen de dichtschuivende liftduren zou geraken. En zo startte de lift zijn tocht naar beneden. Terwijl de lift al snoevend en probleemloos zich een weg naar beneden baande zag Sander blijkbaar de noodzaak om eens te testen wat deze lift wel of niet allemaal kon.

Zijn theorie was namelijk, dat als je een klein hupje maakte en je voeten daarbij dus heel even los van de vloer kwamen, de lift technisch gezien op dat moment iets lichter zou moeten zijn, Klonk logisch toch? Zou dit misschien dan ook de snelheid van de lift beïnvloeden en iets sneller maken? Het hupje werd door hem gemaakt. Hij werd daarbij door de aanwezigen bedenkelijk aangekeken of dit, in deze bewegende lift, nou wel zo’n verstandig idee was. De lift leek er in ieder geval niet sneller door te gaan. Dus in dat opzicht was dit experiment mislukt. Of juist wel gelukt, als je er vanuit ging, dat je niet hebt kunnen vaststellen dat de lift er inderdaad sneller door ging. Het is maar van welke kant je het experiment benaderd.

Wel constateerden we allemaal, dat met het landen van Sander terug op de vloer van de lift, de lift heel anders over zijn experiment dacht. De lift piepte en kraakte heel even en het snoevende bewegingsgeluid van de lift veranderde in het geluid als van een ventilator dat stopte met draaien. Dit alles gebeurde in een fractie van een seconde maar werd door iedereen als een slow-motion moment ervaren. Een schok werd gevoeld. De lift was abrupt tot stilstand gekomen en einde oefening zei de lift.

Boze blikken richten zich op Sander. Die probeerde, met een zo maximaal mogelijke ontwapenende glimlach, meteen de lucht te klaren en maakte de opbeurende opmerking; 'geen paniek, vast alleen maar een hikje! Even opnieuw op een knopje drukken en dan zijn we zo weer op weg zei hij!, maximaal positief gestemd.' De ontwapenende glimlach veranderde daarbij zelfs in een, zich van geen kwaad bewust zijnde, ’big smile'. Maar op welk knopje wij ook drukten, alle aanwezige knopjes bleven in volle harmonie aan en uit te knipperen. Dit knoppenpaneel had vanaf nu aan maling aan alles en iedereen. De enige knop die niet knipperde was die met een geel alarmbelletje als opdruk.

Er zat niets anders op dan hulp in te roepen. Er werd op de alarmknop gedrukt. Er kwam krakend verbinding met een man op afstand die zei van de servicedienst te zijn. Wij legden hem ons probleem voor en vroegen aan hem of hij even een monteur kon sturen om de lift te resetten dan wel te herstellen. Het bleef even helemaal stil aan de andere kant. We dachten even dat de man ons misschien niet gehoord had. Wij wilden onze boodschap al bijna, op een flink luidere toon, nog wel een keer herhalen, toen wij de man uit het niets hoorden zeggen of wij wel wisten wat welk tijdstip en moment dit was? Wij hoorden een sarcastisch randje aan zijn toonzetting.

Wij hadden kunnen zeggen dat wij natuurlijk wisten welk tijdstip en moment dit was en dat we op het punt stonden om ons enorm superieure vuurwerkpakket af te steken, een opblaaspop aan het publiek te showen hadden en deze misschien wel met een vuurwerkpijl in het achterwerk naar Saturnus te schieten om daarna bergen met bitterballen weg te vreten die Martin dus NIET gehaald had, en een eindeloos grote voorraad koud bier te gaan nuttigen om helemaal stront ladderzat te worden! Maar we kwamen op tijd tot inkeer, dat de vraag die deze man ons gesteld had, vast niet bedoeld was om daadwerkelijk beantwoord te worden.
Hij zei dus, 'nee er komt vanavond geen monteur'. Het kwam neer op dat als de lift niet uit zichzelf zou gaan werken wij dan maar de brandweer moesten gaan bellen. Die was er voor dit soort omstandigheden zei hij doodleuk. We hoopten dat deze man tergend langzaam door de duivel zelf ontveld zou worden maar we zeiden netjes 'en bedankt en fijne avond nog!.'

We keken elkaar aan en moesten deze informatie nog even laten bezinken. Iemand van ons zei nog hoopvol; 'nou...de Brandweer dan maar, dat is toch ook goed? We keken elkaar weer aan. Je zag dat iedereen een beetje hetzelfde hierover dacht; 'Brandweer', 'oudejaarsavond', 'vuurwerk', 'vreugdevuurtjes, 'opstootjes', 'et cetera' ...... Ja, de Brandweer, die zat echt op onze melding te wachten en zou het werk wel even direct gaan neerleggen voor ons.....

En daar zaten we dan, al mopperend met zijn zevenen en een opblaaspop te wachten op de komst van de brandweer. Al was er ook genoeg tijd om de humor van onze situatie in te zien en de verveling van ons af te praten. We zouden de Maassluisboys niet zijn als wij de tijd niet wisten te doden met slappe grappen en ouwe koeien uit de sloot verhalen van lang vervlogen tijden. Het zou vervolgens nog ruim 2 en half uur duren totdat we gerommel hoorden aan de liftschacht en iemand riep van de Brandweer te zijn.

De brandweerman vroeg of het goed met ons ging en zei dat ze bezig waren om de lift iets te laten zakken tot halverwege een deuropening om ons er dan 1 voor 1 uit te kunnen helpen. De lift bewoog met lichte schokjes stukje bij beetje naar beneden. Toen hoorden we wat gerommel aan de liftdeuren en zagen wij dat deze opeens grotendeels opengeschoven werden. De lift stond halverwege de hoogte van een liftingang. Er was 1 meter hoogte vanaf de liftvloer aan ruimte open gekomen en hierdoor zouden wij naar buiten moeten klimmen.

We hoorden de brandweermannen nog overleg plegen. Eén van hun vroeg aan ons met hoeveel man zitten jullie daar? De brandweerman gaf ons vervolgens opdracht om eerst de aanwezige vrouwen naar buiten te laten komen. Wij keken elkaar aan, keken toen naar de opblaaspop en bedachten ons geen moment. De pop werd als eerste met beide benen naar buiten geduwd. Het onderling overleg van de brandweermannen verstomde onmiddellijk. De kortsluiting die nu mogelijk in de hoofden van deze brandweermannen was ontstaan, werd door ons als trillende energie in de lucht gevoeld.

Maar al snel zagen wij dat er, zonder blikken of blozen, twee dikke gele brandweer-handschoenen de opblaaspop bij de benen pakten en de pop behoedzaam naar buiten hielp alsof het de normaalste zaak van de wereld was en het hier een breekbaar levend wezen betrof. Wij konden onze lach niet meer inhouden en de brandweermannen deden naderhand uitbundig mee.

Uiteindelijk kwamen we met zijn allen weer veilig uit de lift en konden we alsnog ons vuurwerkpakketje gaan afsteken buiten. Het was ondertussen wel al 3 uur 's nachts en er was op straat al geen mens meer te bekennen laat staan nog van enig vuurwerk wat te horen of te zien.

Ons vuurwerk pakketje maakte, zoals verwacht, totaal geen enkele indruk. Op een blaffende hond na leek wel helemaal niemand ons zelfs nog te horen. Maar ondanks dit hadden we toch nog een paar en zeer trouwe toeschouwers. Onze partners en achterblijvers keken vanaf 4 hoog opgelucht toe en hadden net als wij bijna 3 uur op dit onvergetelijke moment moeten wachten.

bottom of page