top of page

Shit Happens (Amsterdam 1978)

Het was 1978. Een Smartphone en alle social media als Youtube, Facebook, Whatsapp, Twitter, Snapchat, TikTok en Instagram waren in die tijd nog volstrekt onbekende fenomenen. Onze influencers waren in die tijd nog de gewone dagelijkse televisie, week-/popmuziekbladen of nieuwe bioscoopfilms zoals in dat jaar de toenmalige kaskraker ‘Grease’.

'Grease' was een film met stereotype jongens, frivole vriendinnen, vlotte muziek en stoere leren jasjes. Dat waren onze voorbeelden. Zo wilden wij natuurlijk ook zijn. Dus kort na deze film zag je ons ook lopen in vergelijkbare donkere leren jasjes en de bijbehorende Converse gympen. Zo hoorden wij er ook bij en waren wij helemaal 'Greased Lightning'!

Sjors en zijn ouders, hij heette eigenlijk George maar daar deden we niet aan, hadden het gemiddeld iets breder dan de meesten van ons. Dus als Sjors wat kreeg van zijn ouders, dan was het meestal wel van puike kwaliteit. En zo gebeurde het dat Sjors op een dag ook opeens kwam aanzetten met een ‘Grease look’ leren jasje. Gloednieuw en het was al van verre te zien, dat leren jasje was inderdaad van superieure kwaliteit. Het zag er geweldig uit, mat donkerbruin en van superzacht kalfsleer. En toegegeven het stond hem ook reten-goed. Daar waren we echt wel even stinkend jaloers op op dat moment. Maar ok!, hoe laat je zo min mogelijk blijken dat je jaloers bent? Precies, zo snel mogelijk overgaan naar de orde van de dag.

We verveelden ons die dag een beetje. En wat doe je als je je verveelt? Yep, dan ga je rare dingen bedenken. Sander had nog wel wat knalvuurwerk thuis liggen. Van die grote bommen., ‘Reuzenastronauten’ heetten die toen. Daarmee hadden we de weken ervoor de buurt al flink lopen terroriseren. Maar alle vormen van afsteken en opblazen van zaken hadden we allemaal wel al zo'n beetje een keer uitgeprobeerd. Dus wat nu? We probeerden dus iets spannenders te verzinnen dit keer.

Het grasveldje, waar wij regelmatig voetbalden, daar werden tot grote ergernis van ons, ook veel honden uitgelaten. Dikke vette drollen waren daar altijd wel ergens te vinden. Na het voetballen zaten er altijd wel wat resten hondenpoep vastgekoekt tussen de noppen van onze sportschoenen. Heerlijk eruit peuteren met een ijslolly stokje was het dan maar weer, NOT !!!
Of thuisgekomen, ontdekte je een lange bruine veeg op je broek van de vele slidings die je gemaakt had tijdens het partijtje voetballen. Maar, één snufje eraan en je wist dat deze bruine veeg geen aarde was geweest. Jazeker!, de hondenpoep nam, in het collectieve geheugen bij ons, een bijzondere plek in.

Nico zei: 'wat als wij nou eens zo’n reuzenastronaut midden in een lekkere stevige vette drol zouden steken? Dit zou, als die afgaat, een mooi effect moeten geven, toch?' Al direct na uitspreken van dit lumineuze idee, werd dit idee door ons unaniem als nieuwe uitdaging omarmd. Jawel, de teerling was geworpen! Nu alleen de uitvoering nog ervan. Maar één drol was geen drol vonden wij. Dus het voorstel werd gedaan om nog wat meer drollen erbij te zoeken en die dan op een grotere hoop te verzamelen.

Maar eigenlijk vonden wij ook dit nog niet spectaculair genoeg. Wat nou..., als wij, met zijn allen, in een kring, er omheen zouden gaan staan. Elkaars hand zouden vasthouden. En dan de bom ontsteken, om dan vervolgens aan te kijken wie van ons het echt aandurfde om zo lang mogelijk te blijven staan? Er werd natuurlijk wel even bij gezegd, dat diegene die als eerste losliet en uit de groep stapte, het mietje van de groep was. Tja, en dat wilde natuurlijk niemand zijn in deze ultra stoere hetero macho die-hard Levkas grease lightning Maasluisboys groep.

​Zo gezegd, zo gedaan. We hadden een aantal mooie dikke vette drollen op een hoop verzameld en we hadden daarbij, omdat de lucht ervan soms al niet te harden was, de nodige braakneigingen overleefd. We gingen in een kring rondom de verzamelde drolpartij staan. Sander boog voorover met een reuzenastronaut in zijn hand. We zagen hem de reuzenastronaut boven in de drolpartij drukken. We hoorden daarbij een sompig geluid als dat van een dikke sigaar dat in een berg chocolade mousse geduwd werd. We zagen Sander zijn gezicht wit betrekken en zagen hem bijna kokhalzen. Blijkbaar als vanzelfsprekende reactie op de stuitende lucht die door deze actie van de drolpartij vrijkwam. Maar het vuurwerk zat op zijn plaats!

​Sander ontstak een lucifer en tipte daarmee het uiteinde van de lont aan. De lont vatte met een schel sissend geluid vlam en het ging fel fonkelend met rappe snelheid op weg naar zijn eindbestemming. Sander stapte haastig terug de kring in. De handen werden ineengeslagen. Er werd nogmaals gezegd: ‘Zo lang mogelijk blijven staan he?’. We voelden al meteen aan dat dit een speciaal moment zou gaan worden. De gezichten van ons kregen een steeds gespannener lachje naarmate het vuur van het lontje al sissend zijn bestemming begon te bereiken. We beseften dat het waarschijnlijk nog maar een fractie van een seconde zou duren eer de astronaut zou ontploffen en deze de berg stront met verwoestende kracht de rondte in zou slingeren.

​We keken elkaar snel nog even snel uitdagend aan om te kijken wie zich al uit de groep trachtte los te maken. Maar alsof Sander en Nico op dat moment dezelfde duivelse ingeving kregen, pakten ze ook de mouwen van de jasjes van de anderen goed stevig vast. Blijkbaar hadden Nico en Sander beide hetzelfde belachelijke idee gekregen om alles en iedereen echt tot op het laatste moment vast te blijven houden, om tezamen, en dus niet geheel vrijwillig de confrontatie aan te laten gaan met een loterij van rondvliegend stront.

​De anderen realiseerden zich plotseling wat hun mogelijk te wachten stond en begonnen verwoede pogingen te doen om zich los trekken uit de groep. Maar Nico en Sander gaven niet toe en hielden iedereen krachtig bij de mouwen van de jasjes vast. Het duwen en trekken om weg te komen had tot gevolg dat de kring zich niet geheel meer tot ieders voordeel rondom de strontpartij bewoog. Hevig duwend en trekkend cirkelden wij over het verzamelde gevaarte heen. Krampachtig werd geprobeerd om te voorkomen er niet op te stappen of in te vallen. De kring bewoog zich als een soort van pulserende rugby scrum rondom de bal. Alleen was deze rugbybal een berg stront die niemand onder zich wilde hebben. Het sissende vuur verdween in de drol en de onvermijdelijke oorverdovende klap volgde.

​Iedereen liet los en we schoten, alsof uit een katapult afgeschoten, allemaal een kant op met een soort van ongecontroleerde achterwaartse kikkersprong. Er werd hysterisch gelachen. Het was een ongekende samenstelling van spanning, walging en pret wat we zojuist in één totaalmix beleefd hadden. Haastig keken we of we door iets rond vliegends geraakt waren. En ja, er zat bij iedereen wel ergens een bolletje poep op de jas, broek of mouw. En bij één van ons zelfs een beetje in het haar. Met blaadjes van bomen probeerden we de vlokjes poep zo goed als het kon van ons af te krijgen. Af en toe werd hard gelachen als er weer een nieuw vlokje bij iemand ontdekt werd. Maar, al met al, leek de schade beperkt te zijn gebleven. We vonden dit een actie van één keer maar nooit weer. Alleen Sjors riep vol trots dat hij er helemaal nergens door geraakt was. Althans niet op zijn voorzijde zo bleek achteraf.

​We liepen het grasveldje af en Sjors liep langzaam voor ons uit. Wij zagen toen, dat er een behoorlijk divers palet aan vlokken van spuitpoep op zijn rug en dus op zijn gloednieuwe leren jasje verzameld zat. Dat had hij zelf nog niet door gehad. Wij schoten hiervan uiteraard vreselijk in de lach en waren er natuurlijk als de kippen bij om hem dit heugelijke nieuws mede te delen. Zijn gezicht verried een blik waar nog heel even hoop uit straalde dat we maar een geintje maakten. Maar Sjors, die zonet nog euforisch was dat hij ongeschonden uit de strijd gekomen was, kreeg alsnog even een domper te verwerken. Met blaadjes probeerde ook hij nu ook haastig de situatie nog ongedaan te maken. De blaadjes deden weliswaar een beetje hun werk, maar de vlekken waren daarmee echt niet weg. Het werd meteen duidelijk dat deze vlekken hun zojuist veroverde terrein nooit meer prijs zouden geven en zich voor altijd en eeuwig trots een plekje op het jasje hadden toegeëigend. De nog zichtbare vlekken waren net lijkvochtplekken op een houten vloer.

​Sjors zijn gloednieuwe jasje had die dag, door een spontane invulling, een onvermijdelijke vuurdoop ondergaan en was daarmee abrupt en definitief van al zijn glans ontdaan. Wij hadden die dag met deze actie weer een grens verlegd en het peperdure leren jasje van Sjors was gelijktijdig sterk in status verlaagd. Wij konden weer even opgelucht ademhalen met onze goedkopere retro nappa C&A modelletjes. Onze dag kon niet meer stuk. De dagen erna bleven we Sjors vanzelfsprekend pesten door zeggen dat hij nog steeds naar stront rook als hij zijn jasje met de opzichtige lijkvlekken weer eens droeg. Sjors hebben we, wij snappen niet waarom, zijn plotselinge "toch niet meer zo stoere en nieuwe leren jasje" daarna zelden nog zien dragen.

bottom of page