top of page

Speed Vissen (Spaarnwoude 2012)

Martin en Sander hadden afgesproken om samen te gaan vissen. Dag en tijdstip stonden na heel vaak uitstellen eindelijk vast. Het was ook nog eens mooi weer dus de dag kon al niet meer stuk. Sander kon helaas niet over zijn eigen vishengel beschikken. Maar geen probleem. Ze zouden Martin zijn hengeltje wel gebruiken. Volgens Martin waren er prijzen gewonnen met zijn hengel. Dus alles onder controle.

Ter voorbereiding werd professioneel door hun de ultieme vis-plek uitgezocht. Niet zo maar ergens! Maar diep in het onontdekte Spaarnwoude, zouden ze hun perfecte vis spot gaan vinden. Opgetogen gingen ze die kant op met de kanjer hengel van Martin verwachtingsvol in de hand. Eindelijk zou het er dan van komen. De vissen waren gewaarschuwd.

De auto werd ergens diep in het midden van het illustere Spaarnwoude geparkeerd en de rest zouden ze te voet afleggen. Ze zouden niet zomaar het eerste de beste plekje pakken. Maar waren zelfs bereid om door dichte struiken en bossen te klunen, om deze ultieme vis plek te vinden. Ze liepen aan de zijde van een slingerend slootje. Het einde van deze sloot werd, door de dichte bebossing, aan hun zicht onttrokken. Het slootje had daarmee wel iets weg van een riviertje dat steeds verder een donker wordend bos ingeslurpt werd als in een donker en spannend sprookjesverhaal. Uiteindelijk vonden ze hun perfecte plek. Hier zouden grootse daden verricht gaan worden!

Martin begon zijn hengel te inspecteren. Het visdeeg dat Sander in een zakje had gedaan werd ter plaatse vakkundig een beetje vochtig gemaakt. Daarna werden er een aantal prachtige kleine balletjes van gedraaid voor aan de haak. Martin was daarentegen nog druk bezig met zijn hengel om zijn vissnoer uit elkaar te krijgen. Deze voorbereiding had wel wat beter gekund vond Sander. Het snoer zat als een kluwen wol om de dobber heen gewikkeld. Alles onder controle zei Martin zelfverzekerd. Uiteindelijk wist Martin het snoer te ontrafelen. Vol trots werd het haakje ter bewapening aan Sander aangeboden. Het bolletje deeg werd er vervolgens behoedzaam
ingedrukt.

Martin hief het hengeltje omhoog en wierp het haakje en z'n lading met een beheerste zwaai naar het midden van de sloot. Het haakje met deeg, de loodjes en de dobber raakten het water met een zachte plons en dit veroorzaakte een klein waterkringetje. Voor zover alles goed! Verwachtingsvol keken ze naar de dobber en hoe deze zich trots en fier zou gaan oprichten. Alleen gebeurde dat dus niet. De dobber bleef plat op het water liggen. Ze keken elkaar teleurgesteld aan. Sander wist al waar dat door kwam. Je hebt er niet genoeg loodjes aan hangen zei hij, ze zijn te licht. Martin haalde zijn hengel weer omhoog. De dobber liftte zich uit het water en het snoer volgde. Alleen er volgde daarna niets. Het snoer eindigde in een kronkelend niets.... Ze zagen allebei dat zowel het haakje met deeg als de twee loodjes niet meer aan het snoer vastzaten. Ze waren foetsie als door het water opgeslokt.

Geen probleem! zei Sander. Geef mij maar even de reserve haakjes en dan doen we er gewoon wat zwaardere loodjes aan. Martin keek Sander daarop aan alsof hij een buitenaards wezen zag en zei; 'Welke reserve haakjes of loodjes bedoel je?' Sander keek op zijn beurt weer naar Martin of deze zojuist een buitenaardse taal gesproken had en zei: 'Je hebt toch wel een reserve haakje, extra loodjes of dobbertjes meegenomen en bij je? 'Nee, ik heb helemaal geen reserve haakjes, dobbertjes of loodjes. Deze hengel heeft mij nog nooit in de steek gelaten. Dit zei hij nog vol trots ook!!!

Abrupt werd wel duidelijk dat onze, 'o zo lang' verwachte 'vismiddag' nog geen 10 seconden had geduurd en nu al een voltooid verleden tijd 'vismoment' geworden was.

bottom of page